woensdag 15 februari 2012

Chicklit is geen vuil woord

Ook al is het een miljoenenmarkt, nog steeds wordt "chicklit" door velen bekeken als een minderwaardig genre in de literatuur. Als ik zeg dat ik graag chicklits lees en schrijf, dan bekijken ze me alsof ik een of ander vuil woord heb gebruikt. Het is toch ongepast dat een filoloog zich verlaagt tot zulke genres. Huh?!

Zolang je plezier aan een boek beleeft, doet de naam van het genre er toch niet toe? Iedereen kent Bridget Jones en Sex and the City. Op televisie kan het. Maar toegeven dat je ook daadwerkelijk een chicklit leest, dat is een ander paar mouwen. Dat moet stiekem! Nou, in mijn boekenkast staan Sophie Kinsella en Chantal Van Gastel toch netjes naast Charles Dickens en Simon Vestdijk.

Ook een chicklit schrijven vraagt veel werk. En het is vaak nog moeilijker dan je denkt. Niet alleen moet je grappig uit de hoek kunnen komen, je moet situaties bedenken die soms wel erg lastig worden. En die dan ook weten op te lossen. En ja, er komt liefde aan te pas. Maar het argument dat chicklit minderwaardig is omdat er altijd een romance in voorkomt, is even kort door de bocht als zeggen dat een detectiveroman eentonig is omdat er altijd een moord gebeurt in zulke boeken.

Dat chicklit niet samen hoeft te gaan met woorden als luchtig, licht en eenvoudig bewijst bijvoorbeeld Chantal Van Gastel in haar laatste boek Zoek het maar uit. De verhaallijn wordt doorweven met nog twee andere verhaallijnen: eentje uit het verleden en eentje uit een nog verder verleden en dan nog wel WO II. Wat een oorlogsherinnering precies komt doen in een chicklit, moet je zelf maar ontdekken in het boek. Maar dat het niet echt luchtig is, kan ik al wel verklappen.

Ik zal zelf nooit ontkennen dat ik chicklit lees. Of dat ik het schrijf. Want ik vind het even geweldig om de nieuwste Sophie Kinsella te lezen als de nieuwste Jan Siebelink. Eén ding staat vast: chicklit lééft en het is allesbehalve een vuil woord.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten